Home » Attentiestenen » Attentiesteen Zuivelfabriek Juliana
Deze attentiesteen ligt aan de Hessenweg 188 in Achterveld.
In 1910 namen enkele boeren het initiatief om vanuit de al bestaande coöperatieve vereniging een zuivelfabriek op te richten. Een jaar later was de Coöperatieve Stoomzuivelfabriek Juliana operationeel. Links bevond zich het woonhuis van de directeur en rechts de fabrieksgebouwen waar boter en kaas werd gemaakt. Voor die tijd werden deze producten thuis op de boerderij gemaakt. Nu er een fabriek was, konden boeren meer koeien houden. Alle melk kon toch naar de fabriek. Tot 1922 was er nog geen elektriciteit en werd de energie geleverd door een stoommachine waarbij de hete rookgassen via de schoorsteenpijp werden afgevoerd. Na de sluiting in 1954 – de fabriek was niet meer rendabel – zijn de oude gebouwen door diverse bedrijven gebruikt. Uiteindelijk is de gehele fabriek verdwenen maar draagt de nieuwbouw een naam als herinnering en eerbetoon aan de zuivelfabriek: Juliana Staete.
De schuine oprit herinnert nog aan de plek, deze maakt de hoogte van de locatie van de fabriek zichtbaar.
De zuivelfabriek was vanaf de oprichting meteen een succes. Boeren, of liever gezegd boerinnen, stopten met het maken van boter en kaas op hun boerderij en lieten dat over aan de fabriek. Het gevolg was dan ook dat de fabriek goed draaide. Bij de boeren nam het vertrouwen in hun eigen melkfabriek toe. De fabriek gaf werkgelegenheid; behalve dat er vakkundige arbeiders in de fabriek werkten waren er melkrijders nodig om de melk bij de boeren op te halen. Ook werden er wegen aangelegd ter verbetering van de infrastructuur wat weer bedrijvigheid en middenstand aantrok.
Tegenwoordig zien we weer een nieuwe ontwikkeling. Boeren die de melk niet laten ophalen maar thuis op de boerderij de melk tot kaas verwerken: de kaasboerderijen. In de jaren vijftig werd de Achterveldse zuivelfabriek te klein om te blijven voortbestaan. Opkomende schaalvergroting in de melkveehouderij was daarvan de oorzaak. Ironisch genoeg was de zuivelfabriek daar mede debet aan. Door de fabriek konden de boeren meer koeien houden. Alle melk werd opgehaald, het hoefde niet meer thuis verwerkt te worden. De eerste melkrijders haalden de melk op met paard en wagen. De melk werd in melkbussen vervoerd, die de boer aan de straat had klaargezet. Bij het ophalen van de volle bussen, kreeg de boer lege melkbussen terug. Aan het eind van de maand brachten de melkrijders het melkgeld voor de boeren mee, dan duurden de ritten wel wat langer. Het geld zat voor elke boer netjes uitgeteld in een envelop. Later werd het paard vervangen door de tractor en nog weer later, maar toen bestond de fabriek in Achterveld al niet meer, werden de melkbussen vervangen door een gekoelde melktank op de boerderij en kwamen grote tankwagens de melk ophalen. Dat is nu nog steeds het geval.
In 1954 fuseerde de zuivelfabriek met die van Ede-Wageningen en werd de locatie in Achterveld gesloten. In de oude fabrieksgebouwen vestigden zich achtereenvolgens Born’s Plaatverwerkende Industrie, James Way pluimveestalinrichting, Minnema en van Hemmen BV groothandel in aardewerk, tot in 1976 de melkfabriek gedeeltelijk werd gesloopt. Het overblijvende deel werd gebruikt als onderdeel van nieuwbouw voor het bedrijf van Piet van Heugten met Heuga tapijttegels. Zoon Piet vertrok uit het bedrijf om in 1984 in Renswoude te starten onder de naam Kela tapijt. Uiteindelijk kwam het pand leeg te staan en werd vervolgens helemaal gesloopt en in 2001 vervangen door de huidige nieuwbouw met appartementen boven Brouwer projectinrichting en supermarkt Spar van Henri en Mirjam Schouten.